SCHUSTERROUTE (13,7 km).

Namen van vroegere eigenaren van de gronden die nu de AWD vormen, zijn vereeuwigd in het Van Lennep-, Barnaart en Van Limburg Stirumkanaal. Ook naar de oprichters en een commissaris van de Duinwaterwatermaatschappij werden kanalen vernoemd. Schuster was in 1852 zo’n commissaris waarnaar zowel het Kromme- als het Rechte Schusterkanaal is vernoemd. Langs beide zullen we een stukje lopen.

Vanaf de rek- en strektoestellen bij de Oase gaan we terug naar de entree met het beeld van Kees Verkade. Daar gaan we rechtsaf over de brede weg richting Oranjekom waar we bij het pompstation linksaf gaan. Na een stukje met puin en stenen zeer ongelukkig verhard pad gaan we het eerste pad rechts in door het prachtige lindelaantje. Dat loopt al een stuk beter. Meteen na het bruggetje linksaf langs de Toevoersloot (is daar geen mooiere naam voor?) richting Schulpendam. Deze dam is onderdeel geweest van de route waarlangs de schelpenvissers hun vracht naar de kalkovens bij Hillegom brachten. Schulp was een volkse naam voor schelp. De oude term “In je schulp kruipen” wordt daarmee ook duidelijk.

Na Schulpendam gaan we rechtsaf en volgen de Blauwe wandelroute. Bij de bank aan de rechterkant, gaan we even verderop linksaf het heuvelige zachte pad in. In de scherpe bocht naar rechts zien we nog net op het heuveltje aan de linkerkant het Zwarteveldkanaal met het zeer smalle betonnen bruggetje. Weer zo’n oud bruggetje waar de jagers vroeger gebruik van maakten. Na opnieuw een haakse bocht naar rechts moet je een stukje verderop goed opletten, want dan gaat de route bij de EERSTE afslag linksaf. We komen dan uit op het Kuilenpad van de Kleine Heide. Die Kleine Heide heet officieel Het Middenveld. Hier groeien veel korstmossen. Eén soort heeft een trucje om zich tegen uitdroging door de zon te beschermen. Bij droog en warm weer krullen de piepkleine blaadjes dan allemaal naar binnen, waardoor de witte onderkant boven komt te zitten. Het is dan net alsof er allemaal sneeuwvlokjes op de grond liggen. Het mos werd dan ook zomersneeuw genoemd.

We passeren twee grote uitgestoven kuilen (of zijn het bomkraters van vroeger?) en houden na de tweede kuil rechts aan naar het dennenbos. Daar loopt middenin een smal pad naar het kanaaltje. Eerst stappen wij voorzichtig over het schrikdraad heen en lopen dan het bruggetje over en komen zo in De Hazenhoek terecht. Hazen zitten hier allang niet meer of ze zouden tweebenig moeten zijn.

Langs het oude pompstationnetje gaan we linksaf de verharde Parallelweg op. Op de direct volgende viersprong kun je nog uitkijken naar de “tamme” vossen. We gaan rechtuit en na 20 meter linksaf om aan de rechterkant van het kanaaltje verder te gaan. Na de bocht naar rechts komen we uit op de verharde weg langs het Van Lennepkanaal. Een stukje verderop verlaten we dit om rechtsaf te gaan langs het watertje “De Kwikstaartenspruit”. Een spruit is een andere naam voor een rioolleiding van niet te grote wijdte. Nou ja, riool! Dit is een wel heel mooi stukje (De Bappers noemen dit trouwens “Zwanenwater”) en heerlijk om hard te lopen.

Bij het kleine meertje rechtdoor en daar gaat deze spruit over in “De IJsvogelspruit”. Door de stukjes hoge oeverwand kun je hier met wat geluk echt ijsvogeltjes zien.

We komen weer uit bij de verharde Parallelweg en gaan linksaf. Rechts van ons ligt het Rechte Schusterkanaal en voor ons de helling van het Meeuwenduin. Parallel van ons ligt weer verder weg de betonweg langs het Westerkanaal. Deze weg is tijdens de WO II aangelegd om de bunkerdorpen in de duinen te bevoorraden. Er liepen zelfs smalspoortjes om de munitie naar de geschutsplaatsen te brengen. Omdat dit Westerkanaal met deze Moffenweg evenwijdig loopt aan de Parallelweg heet het laatste misschien wel daarom zo, of door de Bappers zo genoemd.

Na het dennenbos gaan we voor het water van het Kromme Schusterkanaal linksaf. We volgen de linkeroever en doen dat een heel eind. Na het eerste dammetje krijgt het water de naam Nieuw kanaal. Voorbij het tweede dammetje maakt het Nieuw kanaal een bocht naar rechts. Deze bocht heet de Kalverbocht. Bij het graven van het Nieuw kanaal werden hier in de ondergrond van de Oude duinen kalverbotten gevonden. Zeer waarschijnlijk hoorden die bij een nederzetting die al voor Christus in het oude strandwallenlandschap aanwezig was. Nu liggen daar meters zand van de Jonge duinen en van het Nieuw kanaal bovenop.

Bij het kruisen van de verharde weg naar het Van Lennepkanaal gaan we rechtdoor, maar even voor die verharde weg ligt links een oude bunker. Deze bunker is door een kleine vliegopening in de deur geschikt gemaakt voor de overwintering van vleermuizen en vormt met recht een echte vleermuizenhangplek.

Na het passeren van de verharde weg heet het gebied links en rechts van het Nieuwkanaal het Kromboomsveld. Hier kun je door de wind kromgegroeide meidoorns zien. Door de veelal zuidwestelijke wind wijzen ze met hun takken naar het noordoosten.

Na nog twee dammetjes gaan we bij Schulpendam de helling op. Daar is de verharde Duinpanweg in richting de Oase.

Voordat we op de Blauwe Weg komen, passeren we links het houten huisje “Schuil en Rust”. Zoals de naam al zegt, was dit een schuilhut voor jachtopzieners, drijvers en weer later de plek waar het waterleidingpersoneel kon schaften. Aan de tafel werden mooie verhalen verteld zoals die van de jachtopziener Allebert. Deze man gebruikte bij de jacht op kraaien, eksters of kauwtjes een opgezette kat. Hij zette de kat met een dooie ekster tussen de poten onder andere neer bij de huidige Kattenpan en verstopte zichzelf in de bosjes. Zodra een ekster of kraai luid alarmerend spektakel kwam maken, werd de lawaaimaker op een portie hagel getrakteerd en had de jachtopziener een kleine premie verdiend.

Onderweg hebben we veel boompjes gezien die van onderen en ook een heel eind boven de grond zijn aangevreten. Vaak is dit de kardinaalsmuts waarvan de bast enigszins zoet is. Konijnen en damherten vinden dat vooral in de winter erg lekker. De konijnen eten dan vaak het onderste deel kaal. Vandaar dat deze bosjes ook wel “blote benenbosjes” worden genoemd. Voor de hoger zittende vraat zijn de damherten verantwoordelijk. Ze bijten dieper en grover dan konijnen en zo’n boom ziet er in de winter dan ook heel gehavend uit. In het voorjaar zijn ze ook nog eens vaak behangen met spinraggordijnen van de stippelmot. Als je dan denkt dat ze het wel hebben gehad, heb je gelijk, maar moet je eens in de zomer opletten. Dan zijn vooral de kardinaalsmutsen weer helemaal opnieuw uitgelopen en hebben ze in de herfst hun prachtig gevormde besjes waarnaar ze zijn vernoemd.

De Blauwe weg is het laatste stukje van de route voordat we uitkomen bij ingang Oase.

Martin Scheringa

Bron voor de historische gegevens:

Lezen in het duin: historie en landschap van de Amsterdamse Waterleidingduinen

Gert Baeyens & Jaap Duyve: samengesteld naar gegevens van F.P. van den Berg.

Amsterdam: Stadsuitgeverij Amsterdam

"Astrid, Barnaart en Cycloop: het ABC van het AWD"

Gert Baeyens & Jaap Duyve © Genootschap Oud De Zilck